Overige Publicaties

Schrijven. Dat is wat ik het liefste doe, maar daarnaast doe ik natuurlijk nog veel andere dingen. Ik raad iedereen aan ook iets te doen als bestuurder van non-profit organisaties. Mij geeft het veel plezier, maar ik vind ook dat het moet: het hoort erbij. 43 jaar in de accountancy is natuurlijk ook niet mis. Ik vond en vind het een mooi vak. Graag hield ik mijn klanten een spiegel voor en dat doe ik nu mijn lezers, toehoorders en cursisten. Ik maak veel gebruik van praktijkvoorbeelden, daar heb ik er voldoende van, en ik probeer te inspireren. Ik publiceer zo nu en dan artikelen in kranten en tijdschriften, meestal over pensioenen en zorg.

Hieronder een greep uit publicaties in kranten en tijdschriften.

Banken concurrentie door staatsbankEnige in het oog springende verschillen tussen grote banken zijn hun afkomst en eigendomsverhoudingen. Een artikel uit het FD door Sybren Kalkman.

 

door: Sybren Kalkman, FD 7 september 2013

De Commissie Structuur Nederlandse Banken heeft in juni rapport uitgebracht en haar conclusies samengevat in twaalf aanbevelingen. Daartoe behoren het bevorderen van diversiteit en het versterken van de concurrentie. 'Diversiteit is een waarborg voor voldoende concurrentie en een ruim aanbod van financiële producten en diensten', zegt de commissie. En zij pleit ervoor om de concurrentieverhoudingen te normaliseren door de banken in handen van de Staat, ABN Amro en SNS Reaal, te privatiseren. Intussen heeft de minister aangegeven dat ook te willen.

Ik vraag me af of dat niet op een te theoretisch begrip van concurrentie is gebaseerd, waarbij de aanname is dat aanbieders er altijd naar streven hun producten beter en goedkoper te maken om zo een hoger marktaandeel en meer winst te behalen. Maar werkt het in de praktijk ook zo? Ik denk dat diversiteit en concurrentie niet goed samengaan.

Het privatiseren van de beide staatsbanken betekent een terugkeer naar het bankenlandschap van voor de crisis, in 2007. We hadden vijf banken van enige omvang, met wat klein grut. Vooral dat grut zorgde voor wat diversiteit in productaanbod. Tussen de grote vijf was diversiteit ver te zoeken. Zodra er een met een nieuw product kwam dat werkte, namen de andere het over. En dat is ook zo gek niet: de klanten willen dat iedere verbetering meteen aan hen wordt doorgegeven. Ze willen geen diversiteit maar het beste.

Ondertussen vestigden banken wel het beeld dat ze ook op producten concurreerden. Waarom? Omdat het de winst verhoogt. In een markt waar de aanbieder deskundiger is dan de klant ontstaat er 'als vanzelf' een prijsverhoging, ook zonder dat daar rechtstreeks afspraken over worden gemaakt. Kapitalistische ondernemers stellen vast wat de markt kan dragen, met probeersels, oude producten onder nieuwe namen, et cetera. Er ontstaan geleidelijk prijzen die hoger zijn dan 'kostprijs plus'. Iedere partij heeft dus wel ruimte om te concurreren, en doet dat ook in de ogen van de klanten, maar doet het feitelijk maar een beetje. Zolang de winsten voor iedere aanbieder hoog blijven en de marktaandelen niet te bedreigend verschuiven is er geen reden om de status-quo te doorbreken. Er ontstaat een informele alliantie waarop de toezichthouders geen greep hebben.

Zo was het in 2007: in beginsel wel concurrentie, weinig diversiteit, lang niet de laagste prijs. De commissie geeft niet aan waarom de situatie nu anders zou zijn. Dat klanten niet veel ophebben met diversiteit geeft de commissie zelf toe met de aanbeveling dat banken moeten worden verplicht voor ingewikkelde consumentenproducten een standaardversie aan te bieden.

Diversiteit kan ook voortkomen uit verschil tussen aanbieders. De commissie pleit daarvoor, maar geeft niet aan hoe dat bereikt kan worden. En dat is ook moeilijk. De kleinere Nederlandse banken zijn nichespelers, de Nederlandsche Bank vindt het toezicht op hen maar lastig, er zijn er steeds minder. Buitenlandse partijen komen met een handicap op de Nederlandse markt: ze zijn minder vertrouwd en worden minder vertrouwd. Als concurrentie echt tot de laagste prijs zou leiden, zijn de winstmogelijkheden voor hen gering. We zullen het dus in hoofdzaak moeten doen met de vier grote.

De enige in het oog springende verschillen tussen die vier zijn hun afkomst en eigendomsverhoudingen. Rabobank boerencoöperatie, SNS Reaal de vakbeweging, ING middenbedrijven, ABN Amro het internationale bedrijfsleven. Wil je diversiteit, dan is er niet veel anders dan verschillen in eigendomsstructuur. Dat pleit ervoor om een van beide banken die nu in handen van de Staat zijn, daar ook maar te laten. De overheid kan daar dan een voorbeeldbank van maken die haar doelstellingen anders bepaalt dan de andere. Een bank die zowel concurreert als onderscheidend is en daarmee normen en grenzen oplegt aan de andere.

Daar is heel veel tegen in te brengen. De overheid staat niet bekend als succesvol ondernemer. De verwijten van 'ongeoorloofde staatssteun' en 'geen level playing field' liggen op de loer. Maar laten we van de nood een deugd maken. We hebben ze nu eenmaal, die banken in staatshanden. Wat kunnen we ermee? Concurrentie en diversiteit ontstaan niet vanzelf. Je moet ze afdwingen.


Sybren Kalkman is oud-partner van KPMG en schrijver van onder meer 'Struikelbank', de financiële thriller over de bankencrisis.